Op vakantie neem ik soms mijn tekenschrift mee, want tekenen kan ik absoluut niet. Heerlijk is het om eens iets te doen waarvoor ik totaal geen talent heb. Gewoon maar wat aanrommelen dus. Ik ken niets wat meer ontspannend is.
Natuurlijk bemoeit mijn innerlijke criticus zich ermee. ‘Je moet hier een boompje bij tekenen, dat is veel leuker.’ Of: ‘Als je dit elke dag doet, word je er misschien toch een keertje goed in. En dan kun je een galerie openen. En dan vindt iedereen je een geweldige kunstenaar.’
De innerlijke criticus is een echte party pooper, dus natuurlijk hoef je hem niet serieus te nemen. Hij probeert je belachelijk te maken, hij pest je en hij jut je op. Mijn innerlijke criticus is bovendien nogal ongenuanceerd en vast van plan om mijn tekenuurtje te verknoeien.
Wat voor klus je ook aan het klaren bent, de innerlijke criticus heeft altijd wel wat te melden. ‘Je pakt het niet handig aan’, ‘je bent niet efficiënt bezig’, ‘je had beter iets anders kunnen doen’, enzovoort. Zijn opmerkingen zijn weinig origineel en uiterst vermoeiend.
Dus hoe draaien we die innerlijke criticus de nek om? De eerste, allerbelangrijkste stap is om alert te zijn op zelfkritiek. Want de innerlijke criticus heeft je het meest in de tang, als je hem niet bewust opmerkt. Als je gewoon doorgaat met je klus, maar ondertussen steeds chagrijniger wordt.
Vijf uitstekende antwoorden heb ik bedacht om de innerlijke criticus stevig van repliek te dienen:
- Grapje zeker!
- Je hebt gelijk, maar ik doe het liever op mijn eigen manier.
- Zeg, ga iemand anders vervelen.
- Donder op en bemoei je er niet mee.
- Wat maakt het nou uit als ik het niet handig aanpak, niet efficiënt bent, beter iets anders had kunnen doen, geen extra boompje teken, geen galerie open?
Spreek de antwoorden desnoods hardop uit, met een boze stem. Voel je hoe je met deze antwoorden je eigen kracht weer terug pakt? Nu kun je lekker verder gaan met waar je mee bezig was. Stap voor stap, ontspannen en helemaal op je eigen manier.”