Bemoeit jouw innerlijke criticus zich met jouw schrijfstijl?
De innerlijke criticus bemoeit zich graag met de manier waarop jij schrijft. Wie iets belangrijks moet schrijven kan commentaar van de innerlijke criticus verwachten. Een blog of een beleidsstuk, een nieuwsbrief of een notitie, een instructie of een internet-tekst… Wat je ook schrijft, de vraag blijft: hoe ga je met die innerlijke schrijfcriticus om?
Schrijven en de innerlijke criticus, wat hebben ze met elkaar te maken? De meeste mensen schrijven niet zo gemakkelijk als ze autorijden. Ze springen niet achter de computer zoals ze achter het stuur kruipen: in het volste vertrouwen dat hun vaardigheden toereikend zijn. Misschien geldt dat ook voor jou: je ziet tegen je schrijftaken op, je stelt ze uit, zwoegt er uren of je loopt erin vast. Heel wat mensen hebben een hekel aan schrijven. Waarom?
De lat ligt te hoog
De belangrijkste reden dat schrijfwerk soms zwaar is, is dat de innerlijke criticus zich er te veel mee bemoeit. Dat begint lang voordat de eerste letter op papier staat. Dan al pakt de innerlijke criticus de lat en legt die meteen op drie meter hoogte: je moet een perfecte tekst schrijven. Spring daar maar eens overheen!
Constant commentaar van de innerlijke criticus
Oké, ondanks alles begin je te schrijven. Maar ook dan weet de innerlijke criticus zijn mondje te roeren. ‘Dat is geen goed lopende zin!’ ‘Je legt het niet duidelijk uit!’ ‘Je woordenschat schiet tekort!’ ‘Je zou hier niet zo lang over moeten doen!’ ‘Je Nederlands is niet op niveau!’ ‘Je bent dom, dat blijkt nu maar weer.’ Het ene na de andere oordeel schiet door je hoofd.
De innerlijke schrijfcriticus is zo streng op taalgebruik, dat sommige mensen moedeloos hun document sluiten en iets anders gaan doen. Maar misschien ben jij wel zo iemand die zich niet laat kisten en uren besteedt aan een kort stukje tekst. Of je maakt vijf versies en bent er volledig vertwijfeld over wat nu eigenlijk de beste is. Wellicht ben je het soort schrijver dat niet echt tevreden is, maar onder tijdsdruk je tekst toch maar verstuurt. Zuchtend.
Waar komt die schrijfcriticus vandaan?
Hoe komen we eigenlijk aan deze specifieke vorm van de innerlijke criticus? Waarschijnlijk ligt de oorsprong in de ouderwetse schooljuf met het scherpe, rode pennetje. De tante Sidonia onder de taalfreaks die het heerlijk vond om de spel- en stijlfouten in je opstel vinnig aan te strepen, maar nooit eens een complimentje gaf. En bovendien: ze schreef er nooit duidelijk bij hoe het dan wel moest. Of misschien heeft je leidinggevende je schrijfplezier vergald, omdat hij al je rapporten verbeterde, louter om zijn stempel erop te drukken.
Remedie tegen schrijven en de innerlijke criticus: de sneuveltekst!
Net zo belangrijk als weten waar je innerlijke schrijfcriticus vandaan komt, is weten hoe je hem de mond kunt snoeren. Daar zijn vele methoden voor. Een van de meest effectieve manieren is om met koeienletters boven je document te zetten: SNEUVELTEKST. Met deze titel bovenaan je blad kun je vrijuit schrijven: onafgemaakte zinnen intypen, speelse formuleringen uitproberen, zomaar wat op papier zetten zonder dat het al te zwaarwichtig wordt.
Meer tips? Er zijn natuurlijk nog tientallen adviezen om de innerlijke schrijfcriticus de mond te snoeren. De beste elf tips vind je hier. Veel schrijfplezier!