Sommige mensen hebben niet alleen een innerlijke criticus, ze zijn bijna helemaal hun innerlijke criticus. Het zijn types die graag controle willen uitoefenen. Ze leven volgens uitgestippelde patronen. Ze willen niets onverwachts meemaken: een krasje op de auto houdt ze drie dagen bezig.
Mensen die samenvallen met hun innerlijke criticus, gaan rigide en gespannen door het leven, gewapend met lijstjes vol verbeterplannen. Ze zijn vervreemd van zichzelf. Ontevreden en boos. Aan het eind van hun leven hebben ze er spijt van dat ze het kostbare cadeau dat het leven toch eigenlijk is, niet hebben uitgepakt.
Hun tegenpolen, de levensgenieters, hebben wel een innerlijke criticus, maar ze trekken zich daar niet zoveel van aan. Ze bezitten het talent om te leven. Ze zijn vol vertrouwen dat het goede hun kant op komt. Ze geven zich over aan het onverwachte.
Mensen die relatief los zijn van hun innerlijke criticus, laten zich verrassen, kunnen lachen om hun fouten, gaan graag een nieuw avontuur aan. Een merelnest in de achtertuin maakt ze al blij. Ze winden zich er niet over op als iets niet perfect is. Ze zijn dicht bij zichzelf. Komen ze op leeftijd, dan kijken ze dankbaar en mild op hun leven terug.
De meeste mensen zitten daar tussenin. Ze hebben wel last van hun innerlijke criticus, maar met een beetje geluk zijn er dagen in hun leven waarop de innerlijke criticus ver weg is. Alles gaat soepel.
Belangrijk zijn de dagen waarop je een keuze hebt: ga je mopperen dat het allemaal niet naar je zin is, of bedenk je een creatief plan om er iets leuks te maken? Stel je iets uit omdat je het toch niet kunt, of duik je dapper in het diepe? Lach je erom als je een foutje maakt, of maak je er een groot probleem van? Negeer je de schoonheid en de liefde om je heen, of waardeer je al het goede?