Soms kom je ’s ochtend niet lekker op gang. In plaats van je takenlijst te openen en de koe bij de horens te vatten, blijf je maar dralen. Even op Facebook, een huishoudklusje, boterham smeren… Of als je een vaste baan hebt: e-mails beantwoorden, stapeltjes opruimen, kletsen met collega’s.
Mij overvalt dat trage gevoel vaak na een vakantie. Het is nog niet zo gemakkelijk om de knop weer om te zetten naar ‘efficiënt en effectief’. Vooral niet als die knop een paar weken lang op ‘ontspannen en spontaan’ stond. Vroeger startten auto’s soms niet zo gemakkelijk, als het koud was. ‘Wiewiewiewiewieieieie’ deed de motor dan. En daarna sloeg hij weer af. Zo’n soort gevoel dus.
De uitdaging is om je innerlijke criticus niet met de opstartkwestie aan de haal te laten gaan. Denk niet: ach, wat ben ik toch een totale nietsnut. Denk ook niet: deze dag is verloren, ik begin morgen wel. Als het niet meer miezert (hopelijk).
Zet jezelf aan de gang op een liefdevolle manier. Kies een taak waar je best zin in hebt. Leg alles wat je ervoor nodig hebt, netjes klaar. Maak de rest van je bureau leeg. Zet een wekker op een halfuur. Of een kwartier, of tien minuutjes. Begin. Doe het kalm aan. Je hoeft je niet te haasten, dat werkt toch niet. Maak de voorgenomen tijd vol, laat je niet afleiden.
Werken is zorgen voor anderen, hoorde ik laatst. Daar zit wat in! En zorgen voor anderen gaat het best, als je eerst goed voor jezelf zorgt. Ook na de vakantie.