De innerlijke criticus is een veroordelende gedachte over jezelf. Iets in je eigen hoofd dus. Maar een kritische houding naar jezelf is ook iets wat je gemakkelijk kunt projecteren op mensen met autoriteit. Je denkt dan dat ze strenger zijn dan ze in werkelijkheid zijn.
Een coachingscliënt van mij, Harma, had een beleidstekst ingeleverd bij haar leidinggevende. “Hij reageerde met: lekker kort. Maar zijn opmerking had zo’n ondertoontje, weet je wel. Hij bedoelde natuurlijk dat ik wat uitgebreider had moeten schrijven.” Wist zij dat zeker? Zoiets als ‘een ondertoontje’, dat vul je gemakkelijk zelf in. “Tja, eigenlijk heb ik niet echt doorgevraagd,” zei Harma.
Zo verandert een compliment in je hoofd in kritiek, door projectie van de innerlijke criticus op een ander.
Waardoor projecteer je je innerlijke criticus zo gemakkelijk op mensen die boven je geplaatst zijn? Waarschijnlijk is je strenge innerlijke stem grotendeels ontstaan door het commentaar dat je ouders op je hadden. Een leidinggevende heeft iets over je te zeggen. Dus die lijkt al snel streng en oordelend.
Wat kun je doen als je het vermoeden hebt dat je het commentaar van een hogergeplaatste negatiever opvat dan bedoeld? Voel eerst je schrik: ‘Oeps, ik heb iets niet goed gegaan.’ Als je dat gevoel van schaamte toelaat, ebt het uiteindelijk weer weg.
Een paar uur later kun je op het commentaar terugkomen. “Wat bedoelde je precies met ‘lekker kort’? Is het soms te kort, mis je iets? En heb je nog andere tips?”
Het vergt veel moed om te vragen hoe iemand iets heeft bedoeld. Want daarmee geef je jezelf bloot: je laat weten dat de opmerking je heeft geraakt. Dat is behoorlijk lastig, maar het heeft ook een voordeel.
Als namelijk blijkt dat het commentaar van de ander puur positief was bedoeld, valt de projectie van je eigen innerlijke criticus op de ander weg. Dan kun je je leidinggevende ervaren zoals hij of zij is: iemand die je een compliment geeft. Omdat je zo lekker kort en krachtig schrijft.