Je innerlijke criticus heeft vaak goede bedoelingen. Waarom moet je toch niet naar hem luisteren? Een pleidooi voor mildheid naar jezelf.
Welke vraagt leeft er bij jou als het gaat om zelfkritiek? Dat vroeg ik een paar weken geleden aan de volgers van dit blog. Meteen ontving ik deze reactie van een gepensioneerde lerares:
“Inmiddels ben ik zo’n anderhalf jaar met pensioen en bij contacten met andere gepensioneerden of oud-collega’s komt steevast de vraag: ‘En wat doe je nu?’ Het blijkt dan te gaan over vrijwilligerswerk. Vrijwel iedereen heeft zich verbonden aan een organisatie en doet goede werken voor de medemens.
Oei, dan vraag ik mij ineens af: moet ik me ook niet snel ergens gaan aanmelden? Ik lummel al anderhalf jaar. ‘k Ben zo blij niet meer constant op de klok te hoeven kijken! Ik druk het duiveltje snel de kop in, maar toch…”
De innerlijke criticus en schuldgevoel
Heel herkenbaar: mensen in je omgeving stellen je een vraag die de innerlijke criticus in jou activeert. De eerste stap is om te begrijpen dat de vraag bij jou op een gevoelige knop drukt. Het is jouw eigen innerlijke criticus die vindt dat je eigenlijk niet gewoon maar wat mag rondlummelen. Had de lerares geen innerlijke criticus, dan zou ze stralend antwoorden: ‘Helemaal niets natuurlijk, want ik ben met pensioen!’
Heilzaam voor je hersens
Het zal wel in onze volksaard liggen: de overtuiging dat rust roest en arbeid adelt. Veel mensen zijn niet in staat om maar wat aan te rommelen, zonder doel, zonder nut. Of ze doen het wel, maar voelen zich er schuldig over. Terwijl een tijdje kalm aan doen juist zo heilzaam is voor je hersens.
Rationele tegenargumenten werken niet
De gepensioneerde lerares kan haar innerlijke criticus natuurlijk rationeel benaderen. Tegenargumenten genoeg:
- ‘Ik heb ruim dertig jaar keihard in het mbo gewerkt. Mag ik nu na mijn 65ste eindelijk eens een keer uitrusten?’
- ‘Gelukkig ben ik in staat om lekker kalm mijn gang te gaan en daarvan te genieten. De meeste mensen zijn daarvoor te gespannen.’
- ‘Waarvoor is een pensioen anders bedoeld dan niet meer hoeven werken?’
Aandacht voor goede bedoelingen
Maar de innerlijke criticus laat zich meestal niet overtuigen door rationele argumenten. Die heeft iets anders nodig. Laten we ervan uitgaan dat de innerlijke criticus van de gepensioneerde lerares het beste met haar voor heeft. Zij kan dan de dialoog met hem aangaan: ‘Wat maakt dat je zo streng voor mij bent?’
Buiten de boot vallen
Misschien is de innerlijke criticus bang dat anderen haar veroordelen, als ze niet actief is als vrijwilliger. De innerlijke criticus is bezorgd dat de lerares buiten de sociale boot valt en op den duur heel eenzaam wordt. Lief bedoeld, maar wel een beetje overbezorgd. In werkelijkheid is de gepensioneerde lerares – ik ken haar een beetje – een hartverwarmende persoon en erg geliefd. Haar innerlijke criticus is dus onnodig bezorgd.
Innerlijke criticus? Wel bedanken, niet gehoorzamen
Als je innerlijke criticus goede bedoelingen heeft, bedank hem daar dan vriendelijk voor. Maar gehoorzaam niet aan zijn bezorgde raadgevingen. Je lichaam weet namelijk heel goed wat het beste voor je is. Als rust fijn is, dan is dat wat je innerlijke kompas je ingeeft.
Leef ernaar. Pulk aan een korstje op je arm. Ga met de poes op de bank zitten. Smeer een boterham. En nog één. Blader door een tijdschrift. Luister naar de radio. Staar voor je uit. Je hebt het hoogstwaarschijnlijk nodig.